De verkeerde diagnoses vliegen hoogbegaafden om de oren. De wanhopige verhalen, de problemen vliegen ons om de oren in de facebookgroep Hoogbegaafd! Volwassenen.

“Is Hoogbegaafdheid soms een stoornis?”

is zelfs een, met regelmaat, terugkerende vraag. Onder andere gebaseerd op het feit dat verschillende hoogbegaafden vastlopen in het leven.

Vastlopen op intelligentie

Een significant deel van de hoogbegaafden loopt vast in het leven door bijvoorbeeld bore-out, burn-out, chronisch vermoeidheidssyndroom, posttraumatische stress-stoornis enzovoorts. Zelfs (poging tot) zelfmoord komt vaker voor onder hoogbegaafden dan onder normaal- en meerbegaafden. Daar komt nog eens bij dat hoogbegaafden vaak maar vreemde snuiters gevonden worden door hun omgeving en er meer dan eens tegen ze gezegd wordt:

“Doe eens normaal.”

De schijn van een stoornis is dus gewekt en veel hoogbegaafden zijn er in gaan geloven, immers als de rest normaal is:

‘Dan zal ik wel gek zijn’

Dan zal ík wel gek zijn. Dán zal ik wel gek zijn. Dan zal ik wel gek zíjn.

Immers, iemand die een hoogbegaafd is gaat op onderzoek uit en vindt dan de definitie van een stoornis volgens de DSM:

“Syndroom, gekenmerkt door klinisch significante symptomen op het gebied van de cognitieve functies, de emotieregulatie of het gedrag van een persoon, dat een uiting is van een disfunctie in de psychologische, biologische, of ontwikkelingsprocessen die ten grondslag liggen aan het psychische functioneren. Psychische stoornissen gaan gewoonlijk gepaard met significante lijdensdruk en/of beperkingen in het functioneren op sociaal of beroepsmatig gebied of bij andere belangrijke bezigheden.”

Dat lijkt inderdaad wel van toepassing, als je eenmaal vastgelopen bent.

En laten we de encyclopedie niet vergeten:

“Afwijking in je lichaam of geest of in het functioneren daarvan”

Hoogbegaafd zijn is een afwijking in de meest letterlijke betekenis van het woord. Het is namelijk niet de norm. Slechts 2% van de bevolking is hoogbegaafd.

Aan de andere zijde van de intelligentiecurve vinden we de 2% zwakbegaafden van de samenleving. Als zij een afwijking hebben, dan heeft de hoogbegaafde die dus ook.

Een stoornis is een afwijking, maar niet elke afwijking is ook een stoornis. Een significant deel van de hoogbegaafden loopt inmiddels wel vreselijk vast in de maatschappij en begrijpt niet goed hoe dat komt. Een hoogbegaafde is vatbaar voor het aannemen dat hij het zelf wel fout zal hebben door zijn zelf-kritische houding. Dan zal er wel iets mis met hém zijn. Niets ligt het krijgen van een DSM-diagnose nog in de weg. Conclusie en stempel: “GEK”.

Wanneer we ons echter verdiepen in het wáárom van het vastlopen – tenslotte loopt niet elke hoogbegaafde vast – dan komt er een heel ander beeld naar voren.

Omgaan met hoogbegaafdheid

Hoogbegaafden worden gezien als mensen die ‘zichzelf wel kunnen redden’. Een beetje een vreemde gedachte, maar wellicht niet verwijtbaar aangezien er te weinig bekend is over hoogbegaafdheid. Tenzij een kind dus zelf hoogbegaafde ouders heeft die het kind heel goed weten te begeleiden, leert niemand het kind om met zijn hoogbegaafdheid om te gaan.

Hoogbegaafdheid is namelijk niet iets vanzelfsprekends. Het is een heel andere manier van denken, redeneren, sociaal interacteren, emotioneel ervaren en informatie verwerken. Emoties en omgeving worden vaak intenser ervaren. De hoogbegaafde is zich vaak veel meer bewust van zijn omgeving, meer bewust van de emoties van klasgenoten; zelfs de meest subtiele signalen kan de hoogbegaafde oppikken en dit kan hem ontzettend veel stress bezorgen door de diepgaande verwerking ervan die hij doormaakt. Ziekmakende stress, waar niet of nauwelijks aandacht voor is, omdat de normaalbegaafde dit niet goed kán begrijpen.

“Waar maak je je druk om?”

is de meest gehoorde uiting van dit onbegrip. Wat eigenlijk betekent:

“Verwerk het eens niet zo diepgaand, stop met hoogbegaafd zijn.”

Dat is ook een logische reactie, want de normaalbegaafde kán niet begrijpen hoe de hoogbegaafde de wereld om zich heen beleeft. De intensiteit daarvan, de heftigheid, alle informatie die op hem afkomt, de honger naar het ordenen en structureren en analyseren van al deze informatie tot het een duidelijk kloppend plaatje in het brein tot stand heeft gebracht.

Discrepantie

Hoogbegaafden kampen vaak met discrepanties in het IQ. Oftewel hun capaciteiten zijn niet in balans. De verschillen in een IQ-test kunnen enorm groot zijn en zo kan het zijn dat een hoogbegaafde op het performale IQ hoogbegaafd scoort en op het verbale IQ normaalbegaafd of andersom. Dat lijkt misschien niet zo erg, tenslotte heb je nog steeds een ‘extraatje’? Helaas is dat niet altijd zo, dit kan zorgen voor interne conflicten en verwarring voor de hoogbegaafde. Op deze manier kan het voor de hoogbegaafde heel erg moeilijk worden om met zijn eigen intelligentie om te gaan. Kán, want er is ook een groep die er geen problemen mee heeft en zich prima staande weet te houden met een discrepantie. Onnodig problematiseren is dan de volgende valkuil.

Peers

Het missen van peers in de omgeving speelt hier ook nog eens in mee. De hoogbegaafde staat vaak alleen. 2 op de 100 mensen is hoogbegaafd. Dat betekent dat de kans extreem klein is dat de hoogbegaafde in een klas zit met nog een hoogbegaafde. Dit betekent dat hij geen houvast heeft (zie hiervoor mijn blog Vreemde eend in de bijt). Naast dat hij geen houvast vindt in zijn omgeving, verkeert hij – bij de aanwezigheid van een discrepantie – zelf ook nog in disbalans en vaak weten leraren ook niet hoe ze hiermee om moeten gaan. Tenslotte hebben zij al 30 leerlingen in een klas, waarvan een deel al speciale aandacht nodig heeft. Daarbij lijkt het alsof hoogbegaafdheid alleen maar een extraatje is, waarmee je al een voorsprong hebt en dan laat het huidige schoolsysteem de hoogbegaafde eigenlijk ‘zwemmen of verzuipen’. Een deel zwemt en een deel verzuipt.

Chronische stress

Hoogbegaafde kinderen kunnen signalen afgeven als buikpijn, hoofdpijn en vermoeidheid. Alarmbellen genoeg die wijzen op chronische stress doordat het hoogbegaafde kind zich in een, voor zijn doen, ongezonde omgeving bevindt, waarin zijn zelfontplooiing wordt bedreigd.

Kan je daarom zeggen dat hoogbegaafdheid een stoornis is of kán zijn? Nee, ik ben van mening van niet. Ik ben van mening dat, als de hoogbegaafde in een, voor zijn doen, gezonde omgeving opgroeit, hij uit kan groeien tot een evenwichtig gezond en goed functionerend persoon, net zoals elke hoogbegaafde die wel goed functioneert en net zoals elke normaal- en meerbegaafde.

Ik verwacht dat, wanneer je een normaalbegaafde in een wereld van hoogbegaafden op zou laten groeien, deze ook vast zou lopen, precies zoals de zwakbegaafde dat nu doet zonder de juiste ondersteuning. Zou je normaalbegaafdheid dan ook als een stoornis kunnen zien? Het kan toch niet zijn dat de betekenis van stoornissen zó relatief gesteld is? Als een hoogbegaafde in een andere omgeving wel gezond zou kunnen functioneren, dan is het vastlopen in functioneren niet een diréct gevolg van zijn hoogbegaafdheid, maar een indirect gevolg.

Het meer voorkomen van zaken als bore-out, burn-out, chronisch vermoeidheidssyndroom, posttraumatische stress-stoornis, soms zelfs met de dood tot gevolg d.m.v. zelfmoord, zou je dus zelfs volledig kunnen wijten aan de ongezonde omgeving en het keurslijf waarin de maatschappij een hoogbegaafde probeert te dwingen. Deze gevolgen zijn namelijk niet voorbehouden aan hoogbegaafden. Normaalbegaafden die met deze zaken kampen, hebben dit vaak ook opgelopen door te lang in een ongezonde omgeving te functioneren die hen chronische stress oplevert, tenzij er andere factoren meespelen, zoals ziekte, handicap of een psychiatrische stoornis.

Voor zwakbegaafden zijn al jaren goede ondersteuning en apart onderwijs voorhanden, voor hoogbegaafden niet. Terwijl zij ook vastlopen in het normale onderwijssysteem; ook zij hebben een ander onderwijssysteem nodig. Het lijkt mij persoonlijk geen slechte investering. Het lijkt mij namelijk heel positief voor de maatschappij, wanneer we die 2% hoogbegaafden zoveel mogelijk konden benutten – op de normale uitval na door ziekte, handicaps of psychiatrische stoornissen.

Mijn antwoord op de vraag waarmee ik dit opiniestuk begon:

Gek of Geniaal?

Dit verschil is maakbaar! Dat is juist het mooie, maar ook zo triest. Te vaak wordt een hoogbegaafde gek gemaakt, terwijl hij ook geniaal kan zijn.

© Tekst Martine van der Reijden | Stem Melanie Günther | Redactie Alice K. Burridge van Green Writing | Beeld Bert Waber van Bert Waber Photography | Stichting Hoogbegaafd!