Een jaartje hield ik het vol: netjes naar werk, netjes naar de universiteit en netjes studeren. Zo banaal, zo routinematig, maar het was wat ik dacht nodig te hebben na een leven vol radicale beslissingen. Rust, discipline en proberen te leven in het voorbehouden keurslijf waar menig mens toch diens leven mee wist te leiden.

Ik zag studenten die lachten en blij leken te zijn met de opleiding; ik hoorde collega’s en andere werkenden in Brussel met zoveel enthousiasme praten over het werk of andere zaken gerelateerd aan de EU en ik wilde zo graag meedoen, zo graag erbij horen. Ik maakte mezelf wijs dat ik gelukkig was, dat dit het leven was dat ik wilde leiden. Mijn vrienden zag ik weinig en ik zat meer alleen thuis op de bank dan dat ik leefde. Máár ik was gelukkig, jawel hoor.

Uiteindelijk brak ik. Gewoon zomaar tijdens een weekend in Belgrado, terwijl ik met een zware griep op bed lag. De tranen rolden over mijn wangen tussen het hevige gehoest en gesnotter door. Ik wilde niet meer. Al het gedurfde en eigenwijze dat ik ooit was geweest voelde als een ver verleden, een mooie droom op zijn minst. Het afgelopen jaar was ik vooral neerslachtig, nerveus en emotioneel gespannen. En bang, altijd zó ontzettend bang. Bijvoorbeeld bang dat m’n moeder ineens kwam te overlijden, of dat ik het allemaal niet zou redden, of voor minder aangezien zou worden, daar ik geen vlekkeloos schoolverleden had zoals velen in de EU wereld.

Het mooie aan een dieptepunt bereiken in je leven is dat eruit klimmen de enige optie is. En gehuild dat ik heb om het feit dat ik niet was zoals de rest in mijn Brusselse omgeving, maar de kracht om door te gaan met deze façade had ik niet meer. Zelfs in mijn jongere jaren, inclusief de radicale, leefde ik iets dichter bij mezelf. Nu werd slechts mijn ego opgevuld en had ik mijn zijn verwaarloosd. Het moest altijd beter en ik moest per se hogerop zien te komen. Echter kan ambitie op zoveel verschillende manieren gerealiseerd worden. Het enige wat nu nog restte, was het eindelijk gaan voor mijn eigen dromen. En dat deed ik, stap voor stap.

Ik ben hier en daar, ga links en rechts, zit boven en onder, ik ben overal en nergens, alles en niets. Het doet mij onrustig overkomen, ongedisciplineerd en chaotisch. Het tegendeel is echter waar. De intensiteit van mijn ambitie en gedrevenheid is iets dat ik zelfs niet in woorden kan omschrijven; mijn brein is net een spinnenweb dat razendsnel verbanden legt tussen zaken die op het eerste gezicht niks met elkaar te maken hebben, en ik wil álle boeken lezen die er bestaan en álles leren. Ik hoor niet thuis in dat keurige, nee, daarvoor ben ik veel te koppig. Mijn eigen pad creëren, dát biedt de juiste uitdaging, zodat het dagelijks leven dragelijk wordt.

Een spannend nieuw hoofdstuk komt me nu tegemoet. Een tijdje vrijwillig als kleuterjuf werken in het zuiden van Sinaï, terwijl ik voor de komende twee jaar een Bachelor Pedagogiek via het NTI volg. Met kinderen werken, daar ligt mijn hart. En reizen doe ik als de beste. Een simpel leven is wat ik voor ogen zie. Beetje bij beetje kom ik dichterbij mezelf.

© Tekst Stephany Daal | Redactie Alice K. Burridge van Green Writing | Beeld via Unsplash | Stichting Hoogbegaafd!