Ik ben nu 48 jaar oud, dus mijn schooltijd ligt al een aardige poos achter me. Dat wil zeggen dat ik die heb doorgebracht in een tijd dat er nog geen enkele aandacht voor hoogbegaafdheid bestaat in didactische kringen.
Voor zover ik me dat kan herinneren heeft het tijdens mijn lagere schooltijd niet voor heel veel rimpels gezorgd. Ik ben een dromer, die tijdens de lessen de hele tijd naar buiten aan het staren is, een eenling, helemaal verzonken in mijn eigen wereld. Dat resulteert in niet echt briljante cijfers, maar ik krijg nu wel af en toe al de voor de komende jaren zo regelmatig terugkomende mantra te horen: “Je bent zo slim, waarom doe je daar niks mee?” Thuis zit ik liever boeken te lezen dan dat ik met andere kinderen speel. Als ik ga spelen, dan doe ik dat ook vaak alleen, en speel ik de verhalen na die ik gelezen heb.
Voor de middelbare school selecteert men voor mij de HAVO; het is een pientere jongen, maar zijn cijfers zijn niet goed genoeg voor Atheneum. Terugkijkend denk ik eigenlijk dat dit nog een goed advies was ook. Aangezien ook het onderwijs op de middelbare school niet aansluit bij hoe ik denk en functioneer, loop ik ook hier al vrij snel een beetje verloren. De niet-exacte vakken zijn een eitje, maar in de exacte vakken loop ik hopeloos vast. Wiskunde is een gruwel, en ik realiseer me pas (veel) later dat dit komt omdat ik een systeemdenker ben. De wiskundelerares probeert mij sommetjes te leren in het vertrouwen dat dan op een gegeven moment het onderliggende systeem duidelijk wordt. Niet dat ik het op dat moment onder woorden kan brengen, maar ik wil dus graag eerst weten hoe het systeem in elkaar zit, voordat ik aan die sommetjes begin. Noch de wiskundelerares, noch het onderwijssysteem uit de jaren 80 zijn daarop ingesteld. De 13-jarige hoogbegaafde ook niet trouwens; zoiets kun je op dat moment natuurlijk helemaal niet articuleren, als je dat überhaupt al doorziet.
Waar ik op de lagere school nog toevlucht zoek in het dromerig uit het raam staren heeft zich intussen de puberteit aangemeld, en vertaal ik mijn onvrede intussen in, laten we zeggen, suboptimaal aangepast gedag. Dit leidt natuurlijk onvermijdelijk tot aanhoudende concentraties met the Man(1) en een soort koude oorlog tussen mij en het (school)systeem. Ik denk dat ik geluk gehad heb met het feit dat the Man in dit geval een begripvolle conrector is, die mij de hele tijd met zachte hand probeert te helpen, al weet ook hij niet goed hoe.
Bizar genoeg is dit ook het moment waarop ik er achter kom dat ik hoogbegaafd ben. Een van de tegenoffensieven in de koude oorlog bestaat eruit dat ik naar een jeugdpsycholoog moet. Ik kan me niet veel van die sessies herinneren, behalve dat ik er volgens mij weinig aan gehad heb. Een van de dingen die ik moet doen is een IQ-test. Daaruit wordt geconcludeerd dat ik een bovengemiddeld hoog IQ heb, hetgeen voor akte wordt genomen, waarna men er niks mee doet. Omdat ‘men’ geen flauw idee heeft wat dat is. Ik ook niet. Dus klooi ik nog een jaar of twee door. Voor de meeste vakken hoef ik niet of nauwelijks te blokken en die waar dat wel voor moet doen laat ik gewoon links liggen totdat the Man me het spreekwoordelijke mes op de keel zet en ik me net genoeg inzet om er een 5,6 uit te slepen.
Ik wil al sinds ik klein ben graag archeoloog worden, maar ja, daar heb je Atheneum voor nodig. Als ik de HAVO bijna af heb zijn mijn cijfers niet van dien aard dat het schoolbestuur het ziet zitten om mij naar het Atheneum te laten doorstromen. Misschien zijn ze ook allang blij dat ik vertrek. Daarin kan ik ze niet helemaal ongelijk geven, gezien mijn suboptimaal aangepaste strapatsen.
Omdat ik ook goed kan tekenen en de ongeleide aspecten van het kunstenaarsbestaan mij wel aantrekken, beland ik op de Academie voor Beeldende Kunsten in Maastricht. Dat is geen succes. Ten eerste kom ik er al vrij snel achter dat er een verschil is tussen goed kunnen tekenen en het leuk vinden om dat de hele tijd te doen, maar ik loop ook hopeloos verloren. Zonder ook maar een greintje zelfdiscipline, zonder te weten hoe je in hemelsnaam moet studeren voor de theorievakken, ga ik roemloos ten onder.
Compleet stuurloos breng ik spreekwoordelijk een paar jaar door in de wildernis. Omdat thuiszitten niks is, ga ik via een Duitse oom in de bouw werken, eerst in Luxemburg, dan in Keulen, Berlijn en Leipzig. Het feit dat die plekken ver van huis zijn speelt in niet gering mate mee in mijn keuze.
Het is zwaar werk, de dagen zijn lang (12 uur, zes dagen per week) en de omstandigheden zijn soms beroerd. Maar ik heb er geen spijt van. Ik leef in een internationale gemeenschap met Britten, Nieuw-Zeelanders, Duitsers, Fransen en Polen en ik leer enorm veel. Niet alleen kan ik nu vloeken als een bootwerker in vijf talen, maar van de vaardigheden die ik in mijn werk oppik heb ik natuurlijk voor de rest van mijn leven profijt. Maar wat het belangrijkste is dat ik daar heb geleerd is zelfdiscipline. De twee belangrijkste dingen die ik daar heb geleerd zijn zelfdiscipline en doorzettingsvermogen.(2)
Mijn droom om archeoloog te worden is nog steeds springlevend, maar ik twijfel of ik het zal redden om weer terug naar school te gaan. Mijn lief overtuigt me om het te proberen: “Je kunt het niet doen en jezelf de rest van je leven zielig vinden, of je probeert het en als het lukt, dan heb je je droom verwezenlijkt. Lukt het niet, dan heb je het in ieder geval geprobeerd.”
Omdat ik intussen de 21 gepasseerd ben meld ik me in Leiden aan voor een toelatingsexamen. Dat blijkt een eitje te zijn en bloednerveus neem ik in september 1997 plaats in een collegebank voor mijn eerste college archeologie. Het blijkt een meesterzet te zijn. Vanaf het eerste moment ben ik gegrepen door de materie. Ik heb nog steeds enorm veel moeite met het hoe van studeren, maar de in de bouw opgestoken discipline betaalt zich nu terug. Als ik één ding goed kan, dan is het wel ervoor zorgen dat ik ’s ochtends om half negen in die collegebank zit, onverschillig wat er de avond tevoren gebeurd is. Een eitje, in de bouw moest ik om zeven uur present zijn.
Mijn moeite met studeren weet ik deels op te lossen door samen met een vriend elke maandag tot en met donderdag na de colleges te gaan eten in de Mensa om daarna in de universiteitsbibliotheek tot half negen ’s avonds te gaan studeren. Door die intensieve training, want daar komt het wel op neer, lukt het me ook later (meestal) om te blijven zitten en door te ploeteren.
Mijn jaren op de universiteit zijn geweldig. Daar vind ik precies wat ik zocht: kennis, en niet alleen dat, maar ook kennis die ik op kan doen op een manier die me ligt: veel keuze in de vakken die je wil volgen en veel vrijheid om dat te doen in een volgorde die je zelf wil. Tenminste, de ruimte om die vrijheid te nemen is er. Dat ook universiteiten een systeem hebben vind ik makkelijk om te negeren en/of te omzeilen. Ik moet toegeven dat ik daarbij wel geluk heb gehad: Archeologie is op dat moment een kleine faculteit met weinig studenten, op een gegeven moment krijg ik in de gaten dat mijn professor, waar ik een goeie klik mee heb en waarmee ik een diepe afkeer voor the Man deel, zijn invloed aanwendt om me een beetje uit de wind te houden.
Het zal opvallen dat het woord hoogbegaafd in de laatste twee paragrafen niet meer gevallen is. Ik ben er dan ook jaren niet meer mee bezig geweest. In de bouw kom je het niet zoveel tegen. Als gespreksonderwerp dan, ik ben daar zeer intelligente mensen tegen het lijf gelopen. Ik ben een keer met een van hen, de Engelse Alan, aan het kletsen en ik vraag hem naar aanleiding van zijn kennis en duidelijke potentieel: ”What are you doing here man?” waarop hij riposteert: “No, what the fuck are you doing here!?” Alans vermaning heeft ook in belangrijke mate bijgedragen aan mijn beslissing om naar de universiteit te gaan.
Op de universiteit ben ik er nooit mee bezig geweest. Je bent omringd door slimme mensen (de meesten dan toch) zodat het eigenlijk ook niet zo’n thema is. Wat ik me intussen wel realiseer is dat het maar goed is dat ik niet naar het Atheneum ben gegaan. Als ik na de middelbare school naar de universiteit was gegaan, dan zou ik dat kansloos hebben verknald, net zoals ik dat met de kunstacademie heb gedaan.
Bijna drie jaar geleden komt hoogbegaafdheid pas in mijn leven als de niet alles-, maar veel bepalende factor die mijn leven op allerlei fronten beïnvloedt. Wat dat allemaal precies inhoudt is voer voor andere tijden, maar ik ben daardoor wel, nu pas, in staat geweest om terugkijkend een boel dingen te verklaren die ik lange tijd niet begrepen heb. Het hierboven staande verhaal is dan ook onvermijdelijk een onscheidbaar amalgaam van herinneringen en recente inzichten over die herinneringen.
Ik kan enkel gissen wat de grootte van het effect van fatsoenlijke begeleiding en/of aangepaste lesprogramma’s zou zijn geweest, als ik daar toegang tot had gehad. Hoogbegaafdheid is niet de enige horde voor een getormenteerde puber. Ik weet wel zeker dat mijn schoolcarrière een stuk rustiger zou zijn verlopen (geen slecht resultaat voor de al genoemde getormenteerde puber), maar waarschijnlijk ook voorspoediger. Ik heb nergens spijt van en kijk met genegenheid terug op mijn tijd met Alan en zijn collega’s, maar wellicht had ik mijzelf de wildernisjaren, die niet alleen maar excitement and adventure and really wild things(3) waren, dan kunnen besparen.
(1) Een in de VS gebruikte term voor organisaties of personen die met autoriteit bekleed zijn (of dat van zichzelf vinden).
(2) Vrij naar Monty Python’s Flying Circus: The Spanish Inquisition.
(3) Douglas Adams: The Hitchhiker’s Guide To The Galaxy.
herkenbaar, zeer herkenbaar!
Akelig herkenbaar – blij dat het voor jou uiteindelijk toch is goed gekomen!
Wat mooi omschreven! Ik heb in 1 adem je levensverhaal gelezen. Je hebt mij geinspireerd. Blijdschap en verdriet door de herkenning kruizen elkaars wegen.
Zelf nu 45 en zo’n 1,5 jaar geleden de “stoute” schoenen aangetrokken om toch maar eens zelf wat te gaan doen aan dat HB blok aan mijn been. Niemand die mij serieus nam en mijn (nu gelukkig 4 jaar) ex man die zei …”als jij hb bent, ben ik dat ook!” (Wat hij bedoelde is dat hij een introverte narcist is met een agressie regulatieprobleem).
Affijn,….ook dat lesje heb ik veel levenswijsheid van geleerd. Alsmaar vanaf jongs af aan moeten horen; ” jij komt er wel”. Als mij iets goed af ging….nooit een compliment, want tja het gaat toch altijd goed als ze wat doet…..Begon zelfs aan mijzelf te twijfelen of ik de signalen mis interpreteerde. Altijd zelf t gevoel van buitenbeentje en op schoolreunies alsmaar lovende woorden van klasgenoten. Een totale desillusie en volkomen verward ging ik huiswaarts. De vraag in mijn hoofd herhalend,…als ik zo geweldig was waarom voelde ik mij altijd zo eenzaam, alleen en onbegrepen?
Eerst de mavo en omdat wat ik in mijn hoofd heb moet gebeuren dan maar daarna de havo top. Mij bezig houdend met deelname aan vele leuke activiteiten buiten school zoals een bijbaantje, bestuurslid, 3 sporten tegelijkertijd en dan nog de kunstschool op zaterdag om mijn creatieve brein te voeden en me lekker uit te leven. Wiskunde ging ronduit klote en op IQ test scoorde ik excellent op dit vlak en nu…is het mijn favoriete vak om leerlingen uitleg over te geven) Dagelijks naar de waterkant lopend om schelpen te zoeken of te snorkelen. (Ben van 3 tot 19 opgegroeid in de tropen).
Op mijn 19de alleen op het vliegtuig gestapt voor mijn studie aan de PABO. De hoop dat als ik in NL woonde het mij voor de wind zou faan want nu stond de wereld aan mijn voeten en kon ik vrienden maken.
Al snel ging ik faliekant onderuit,…de school hier was net zo eenzaam als op mijn thuisbasis in de tropen. Was altijd als eerste klaar, had de mooiste resultaten voor projecten, de samenwerking was overigens knudde omdat ik altijd degene was die uiteindelijk alles deed. Typisch staaltje van on handig opstellen van mijzelf in groepsverband. L ang leve je enthousiasme en pro-actieve houding. Hier snel geleerd hoe men ook misbruik kan mkn van je.
Nog altijd eenzaam en misschien nog wel eenzamer hier in het koude NL, alleen thuis uit college zonder vrienden. Na een stevige depressie en timeout van ruim half jaar toch nog afgestudeerd in 3,5jaar vd 4.
Op naar de UU. Mijn honger naar meer krnnis bleef. Trof een sympathiek stel die mij een kamer wilde verhuren in een groepswoning. Mooi kamertje met bedstee, gezamenlijke keuken en ik keek uit op het dak van hun winkel. Zal nooit vergeten dat ik op het dak klom om te genieten van de zo enorm missende zonnestraaltjes. Ik zoog elk straaltje op met ogen dicht en gezicht in de zon bij elk mooi momentje. De eigenaar had dat gezien en even later besloot hij speciaal voor mij een dakterras aan te leggen. Ik was zo enorm blij. Was zo’n beetje het eerste echt sympathieke wat iemand speciaal voor mij deed, zomaar zonder te vragen, zonder voorwaarden. Gewoon omdat ik dat verdiende zei hij. En omdat ik weet dat je er goed mee omgaat, dat zie ik zei hij! Ik was zo blij met zijn blinde vertrouwen. Ik kocht zonnebloempitjes en kort daarna had ik een graag van reuzen zonnebloemen gemaakt in allemaal kringloop potten op mijn balkon.
Snel na de Universiteit Utrecht besloot ik te gaan werken in de hoop dat ik hier vrienden zou gaan makrn. Gelijkgestemden in het onderwijs dacht ik.
Niets was minder waar. Vele jaren van verdriet, teleurstelling, verwarring en frustratie volgden. Altijd unaniem aangenomen zonder enige moeite te hoeven doen bij mijn sollicitaties. Gouden bergen werden beloofd, vakinhoudelijk nooit kritiek maar altijd was mijn termijn op 1 plek kort.
Nu 4 jaar gescheiden en w,5 jr geleden mijn huidige partner ontmoet. Die bracht mij in contact met het HB Cafe in Utrecht én met Rianne van der Ven. Daar begon mijn leven van begrip, opheldering en verwerking van veel verdriet en eenzaamheid.
Nu 1,5 jaar na een uitgebreid kerntalenten onderzoek via het Instituut voor hoogbegaafde volwassenen ben ik weer opzoek gegaan naar een mooie baan, DE baan die bij mij past! Als HB Specialist in het onderwijs met de ambitie om vele kinderen mijn leed te besparen. Door hb kids te leren dealen met deze maatschappij waar nog veel te leren valt ocer HB en HS. Ik heb er zoveel zin in. Kan niet wachten tot ik hen kan helpen, de kinderen waar ik scht mijzelf bij kan zijn. Die mij met een half woord begrijpen en waarbij ik mij echt gelukkig voel. Nog altijd weinig vrienden maar wel 2 hele hoede vriendinnen en een zeer rijk sociaal netwerk aan kennissen en mensen waar ik altijd bij terecht kan, waarmee ik kan sparren,lachen en huilen. Dat is meer waard dat een hele klas vol vrienden.
Nu 2 kids rijker, een top partner met 2 heerlijke kereltjes kado. Ik ben eindelijk gelukkig. Hopelijk binnen nu en snel die droombaan en ik kan niet meer stuk.
Hb een zegen?…ik weet het niet. Wat ik wel weet is dat het niet meer (bijna niet meer) als blok aan mijn been voelt en stilletjes aan mijn kracht word.
Bedankt dat ik jou stuk mocht aantreffen en daarmee deze stap kon zetten om voor het eerst in mijn leven dit (zo openlijk) te durven denken en opschrijven. Ik ben weer een stuk verder in mijn levensles als hoogbegaafd en hoogsensitief persoon. Wat kan het leven toch ook heel mooi zijn!
Yvonne F.
Dank voor jouw herkenbare verhaal over een zoektocht die zowel frustrerend als verrijkend was. Nu vraag ik me af: had je als puber opengestaan voor ‘gepaste’ begeleiding als die er toen was geweest? En wat zou jij toen nodig hebben gehad? Ik ken nl, van heel dichtbij nu zo’n jongen die absoluut alles weigert en ik zie hem alsnog dezelfde kant opgaan.
Wel een wat herkenbaar verhaal. Heb mij wel enigszins kunnen ontplooien wat opleidingen betreft, werk hier en daar ook. Toch regelmatig vastgelopen door wat onbekende oorzaken. De onbekende oorzaken zijn inmiddels wel gevonden, waarvan de grootste (bij mijn weten) toch wel het (h)erkennen van HB bij mij. Nu wel passende coaching (KernTalenten/HB) welke nu de juiste richting laat zien. Zelf denk ik (wanneer doe ik dat niet?) beter laat dan helemaal niet en heb vertrouwen dat het in orde komt (ondanks dat er niks mis met mij is).