In de eerste klas van mijn middelbare school werden leerlingen onderworpen aan een IQ-test. Tot de verbazing van mijzelf en mijn ouders werd ik vanuit deze test doorverwezen naar een testcentrum, vanuit waar ik al snel dé stempel kreeg. Ik werd op de middelbare school in de “MGT groep” geplaatst: een groepje meergetalenteerde kinderen. Op de basisschool zat ik ook al in zo’n groepje. Helaas ging bij beide groepen hetzelfde mis: degene die deze groepen moest begeleiden wist niet hoe hoogbegaafden in elkaar steken. De insteek leek: “laat ze maar doen waar ze zelf in in hebben, ze zijn toch heel slim”. Dát werkt niet. We hebben júist heel veel behoefte aan begeleiding – begleiding van mensen die weten hoe een hoogbegaafde in elkaar steekt en wat wij nodig hebben. Na het afronden van de middelbare school was het afgelopen met de specialistische begeleiding.

In het hoger onderwijs mochten we het zelf uitzoeken, iets wat ik nog steeds heel jammer vind. Ik merkte wel dat ik anders dacht dan anderen, maar omdat ik en mijn gedachten vaak in de minderheid waren begon ik ontzettend aan mezelf te twijfelen en me aan te passen aan de rest. Zonde, en het resultaat? Een burn-out. Na een coachingstraject bij iemand die wél veel verstand had van hoogbegaafdheid (en in mijn geval, hooggevoeligheid) begon ik pas te begrijpen wat werkt voor mij, en waar mijn krachten liggen. Inmiddels weet ik wat mijn krachten en talenten zijn en waar ik uitdagingen voor mezelf kan vinden, maar toen was ik al bijna afgestudeerd. Ik wil hiermee duidelijk maken: doe niet zomaar iets, maar verdiep je echt in wat hoogbegaafden nodig hebben en hoe ze denken. Daarbij wil ik ook benadrukken dat elke hoogbegaafde anders is, en dat gepaste begeleiding echt heel belangrijk is. Zo niet, dan hebben de “plusgroepjes” weinig zin.