Van de redactie: Guido’s verhaal werd vrij onverwacht op maandag 9 november in iets andere vorm in De Volkskrant geplaatst, die daarmee het recht van eerste publicatie had. Wij zouden het eigenlijk al eerder op onze website publiceren en doen dat nu, iets later, alsnog. Stichting Hoogbegaafd! is ontzettend blij dat het onderwerp via De Volkskrant veel extra aandacht heeft gekregen. Laten we met zijn allen hoogbegaafdheid onder de aandacht blijven brengen.

Als jochie van vijf op een doorsneeschool ergens in een doorsneestad schreef ik mijn eerste verhaal. Onderwerp: de schoolreis naar Artis van de dag ervoor. De hele beleving zorgvuldig samengevat op maar liefst een hele bladzijde. Met de hand geschreven. In lettergrootte ‘net-van-kleuter-af’, dat dan wel. Er is een vergeelde kopie van bewaard gebleven, er is bewijs. De juf noemde het ‘ongewoon’ voor een jochie van mijn leeftijd. Ik wist niet eens wat het betekende. Maar het leverde mij wel mijn eerste publicatie op. In de schoolkrant.

Ongewoon. Zo voelde ik mij op school. Ik was geen gabber, maar ook geen nerd. Ik zat vooraan in de klas, maar finishte als laatste in de gymzaal. Bij het poten – doen kinderen dat nog? – op het trapveldje werd ik vaak als eerste gekozen. Er was toch een lulhannes op doel nodig, dus dat was dan mijn rol. Elke taal op school leerde ik met twee vingers in mijn neus, maar elke toets onderging ik met angst en beven. Ik viel overal buiten en ik hoorde nergens bij. Ik kon op school nooit vertellen wat ik dacht of voelde. Dus was ik ongewoon.

Zo ging mijn schooltijd voorbij. De honger om te leren, om de wereld te ontdekken, hij moest het vaak afleggen tegen depressies en radeloosheid. Ik wilde niet ongewoon zijn. Maar hoe word je gewoon? En toen, midden dertig, ontdekte ik dat ik hoogbegaafd en hoogsensitief ben. Bam! Een ander label op mijn voorhoofd. Ongewoon werd ineens gewoon. Een wereld ging open.

Plots leerde ik mijzelf te begrijpen. Er kwam een verklaring voor waarom ik mijn gevoel of gedachten niet kon uitleggen. Voor de overprikkeling. En voor het onderpresteren. Gewoon omdat er een wervelwind aan hersenspinsels, ideeën en emoties door mijn hoofd raast. En de steeds veranderende windrichting maakt hem ongrijpbaar. Het brein is een kunststukje van Moeder Natuur. Een meesterwerk van cellen die onnavolgbaar met elkaar zijn verbonden. En bij een hoogbegaafd en hoogsensitief persoon is de bedrading in de bovenkamer nog ingewikkelder. Als een soort spaghettiravage, maar dan wel zonder de bolognesesaus. Het was fijn geweest als dit gerecht op de menukaart op school had gestaan.

Want daar zit de sleutel. Het onderwijs is geĂ«nt op de massa. Op de vijfennegentig procent van de samenleving. Voor de kinderen die niet kunnen meekomen, is er speciaal onderwijs. Maar voor het handjevol hoogbegaafden en hoogsensitieven is er nagenoeg niets. Dus zijn die kinderen ‘ongewoon’. Zij horen er niet bij. Onbegrepen door de wereld. Althans, zo voelen zij dat. Want zij kunnen het toch wel. En daar gaat het zelfbeeld. De schoolprestaties. De sociale contacten. Meer dan doelverdediger op het schoolplein blijft er niet over. Zonde van al dat talent.

Erkenning. Daar begint het mee. Erkenning dat er een groep kinderen is die elke dag een strijd levert tegen zichzelf. Die het verdient om aandacht en begeleiding te krijgen. Die gezien mag worden. Die het eigen talent weet te benutten. En bovenal, die wordt begrepen. En die erkenning is al veel beter dan vroeger. Er zijn hier en daar al speciale scholen en nieuwe onderwijsmethoden. En er is meer kennis bij leerkrachten en ouders. Maar we zijn er nog niet. We moeten blijven investeren in deze groep.

Waarom dit belangrijk is? Mijn zoon is vier jaar oud en hij lijkt op mij. Ik houd mijn hart vast als ook hij hoogbegaafd en hoogsensitief blijkt te zijn. Gelukkig vindt hij spaghetti zonder saus lekker. Nu nog wel.

VOEG JOUW VERHAAL TOE